Bij het Bureau Energieprojecten in Drachten lag tot en met donderdag 7 november het “Voornemen en Voorstel voor Participatie Gaswinning FW (Friesland Follega Woudsend)” ter inzage.  Participatie in een vroeg stadium van besluitvorming, dat klinkt mooi toch? Mooi niet dus. 
Op 6 oktober was ik al namens de GL/PvdA fractie op het provinciehuis in Leeuwarden geweest. We werden keurig bijgepraat door een meneer van de Canadese multinational Vermillion Energy die graag zijn kas wil spekken met de winning van Fries gas. Strekking van zijn verhaal: het stelt allemaal niks voor zowel qua hoeveelheid gas als qua impact op natuur en samenleving, maar zonder gas kunnen we voorlopig nog niet, dus alle beetjes helpen. Vanuit de Rijksoverheid werd ons duidelijk gemaakt dat de besluitvorming op rijksniveau plaats zal vinden waarbij participatie vanuit lokale belangenbehartiging (vrijwel) geen rol zal spelen.  ’s Lands behoeften boven alles. 
Een week later, 22 oktober, was er een “inloopavond” over de gaswinning in Sint Niek. (Een van de ambtenaren op het Provinciehuis had me uitgelegd dat inloopavonden beter in de hand te houden zijn. Een grote zaal toespreken kan leiden tot opstand en geweld) 
Het dorpshuis in Sint Niek was nauwelijks berekend op de omvang van de inloop. Buiten lieten actievoerders alarm afgaan, binnen stonden ambtenaren (deels dezelfde als in Ljouwert) vragen te beantwoorden naast  grote posters. Op een van die posters werd de rol van de gemeente geduid: Vergunning verlenen. “Wat als de gemeente die vergunning weigert?”, vroeg ik. “Ja, dat kan natuurlijk niet”, zei de betreffende dame vol chagrijn; ik was niet de eerste die dat vroeg.  “Daarvoor is het proces al te ver heen”, wist ze nog te melden. Deze  rituele participatiedans kreeg een extra accentje doordat aan een paar (veel te weinig voor zo’n aantal bezoekers) tafeltjes mensen hun meningen konden (laten) opschrijven. Rustig maar gefrustreerd taaide eenieder weer af.

Op 4 november stond de gaswinning op de agenda van de raad na een paar dagen eerder voorbesproken te zijn geweest in het petear. Het college had een zienswijze opgesteld die ze ging indienen bij Bureau Energieprojecten in Drachten. Keurig conform datgene wat de Raad eerder (sinds 2015) als kaders heeft gesteld: we waren, zijn en blijven tegen. En met goede redenen: In de eerste plaats we moeten af doorpakken en van onze verslaving aan fossiele brandstoffen afkomen. De toekomst is duurzaam en die alternatieven zijn er. Investeer daar je gemeenschapsgelden in! De te verwachten milieueffecten zijn voor ons onaanvaardbaar: onrust onder de bevolking, bodemdaling met alle mogelijke gevolgen van dien (we willen geen Groningen 2 worden, werd in Sint Niek geroepen), rechtsonzekerheid, onmogelijke peilverlagingen, grondwaterbescherming, risico’s voor kabels en leidingen (deels asbesthoudend!)….. Kortom, een gezonde overheid moet dit niet willen, en dat willen we dus ook niet. 
Er waren toch wat rimpeltjes bij de behandeling in de raad: Vanuit de VVD was enig borstgeroffel hoorbaar omdat de heren vonden dat het college het territorium van de raad schond. Dat viel mee, en het geroffel eindigde met een sisser. Albert van Keimpema vond dat hij bijzonder recht van spreken had want “hij woonde als enige in het winningsgebied”. Dat recht van spreken uitte zich in een pleidooi om met de gaswolven mee te huilen in het FFW-bos. “Ik ben pragmatisch”, riep Albert en “If you can’t beat the, join them”. Wij zijn Malle Appie niet en gaan daar niet in mee.